Bij diepploegen mengen we de grond tot een diepte van ongeveer 1,5 –2,0 meter. Deze maatregel tegen piping kan in zandige gebieden met dunne kleilaagjes – zoals langs de Vecht – worden toegepast. We doen hiervoor onderzoek in een laboratorium en buiten vlakbij de Vechtdijk.
Met de Universiteit van Wageningen onderzoeken we of deze maategel ook in de praktijk werkt. Er is al veel ervaring met diepploegen, alleen is deze maatregel nog niet eerder gebruikt om een dijk te versterken. De komende periode doen we daarom proeven en testen we of theorie en praktijk overeenkomen. We willen als eerste stap laboratorium proeven uitvoeren. Bij deze proeven nemen we een bodemmonster. In het laboratorium wordt deze gemengd en getest op onder andere menggraad en waterdoorlatendheid. Als tweede stap gaan we praktijkproeven uitvoeren (vanaf het najaar). Bij deze proeven gaan we in het veld de grond mengen (diepploegen). Vervolgens nemen we bodemmonsters, die in het lab worden getest.